vrijdag 12 december 2014

Langs de velden



Langs de velden van Oud-
Vlaanderen spot ik verlaten
nesten in de bladloze
populier. De tijd staat
stil terwijl ik ontwikkel
naar geen bestaand punt.
De dagen korten tot
midwinter met de groene
naaldbomen vol licht de
ommekeer brengt. Wat een
vredevol gedicht,
Liefste dag, wees gerust
je nieuwe zelf, oude vriend.

woensdag 24 september 2014

Ik mat het licht


Ik mat het licht

Het was te sterk voor mijn gelaatskleur te

Geel

De witte muren weerkaatsten de zon 

Genoeg niet

Teveel

Wit, mijn pak, mijn kostuum

Van de dag


Alle vensters fluisterden 

Gluurden

Het uur was loom 

Als mijn lichaam: “draperen over de muur”

Er was nog iemand bij

Ik keek mijn ooghoeken uit.

woensdag 27 augustus 2014

Ach Irak

De mensen aan de zonnekant
zijn trots
op hun plaats in de zon waar ze gaan
zitten eten, klinkend
op de moorden van de dag
in Irak. Ach, ach.
Ach Irak,
moeder waar ben jij gebleven?
Wat moeten we anders dan
nieuw eten eten
kliekeloos leven?

Antwerpen, dageraad, 27/8/2014

dinsdag 17 juni 2014

Altijd een boeket


Iedereen is hier altijd thuis.
Of is iedereen altijd vertrokken?
Alleen de postbode van de Reizigersstraat weet het. Hij kent de gezichten op de foto’s in de woonkamer
en hij weet wie de bloemen water geeft.
Binnen kunnen ze woekeren, maar waaien lukt niet. Ze hebben nooit de buitenlucht in Borgerhout gevoeld.
Zijn ze dan van plastiek?
Sommigen.
Groeien er zelfs in de woestijn bloemen?
De man met de djellaba in de Zegelstraat weet het.
In de Appelstraat staat er een kamerplant op straat.
Hij komt uit de winkel Van Alles: waar ze vanalles verkopen. Hij is zo groot als een appelboom.
Ting. Op nummer 17 wonen Eveline en Nele en Nele en Eveline.
Blijven zij dan altijd 17, en is onze leeftijd ons huis?
Ja, in oude huizen wonen oude mensen.
Hier kruipt de natuur vanonder het beton uit.
Eten die planten de huizen dan op?
Ja, maar de nagels die de stenen bijeen houden spuwen ze uit.
Heeft de natuur ook nagels?
Misschien. Als planten handen hadden zouden ze ons dan ook water geven?
Wie weet.
De zaadjes in onze buiken, hebben die ook water nodig?
Daar komen toch ook mooie bloemen uit?
Een liefdebloem.
En wat is dan een doorkliefde bloem?
1 bloem is altijd een boeket van halve bloemen.

(stadsnatuurwandeling tesamen met Jill Marchant tijdens de cursus Schrijven van ‘t Werkhuys – Borgerhout)

maandag 19 mei 2014

Zomer

Gisteren werd het plots zomer. Het was licht tot half elf en overal rook het naar barbecue. Mijn fiets is weer een geliefde met blote benen en alle mensen komen dichter dan anders. We drinken raki in de tuin, er is aspergesoep in een gemeenschappelijke pot en iemand sleept hout aan voor de avond. Overal leiden ballonnen ons af: regenboogslingers in een land van speelgoed. Onweerstaanbaar. De hele tijd blaas ik.
Onnadenkend neem ik kleine kinderen op mijn schoot, wat zijn ze zacht en licht. Ze laten zich strelen en spartelen zich weer vrij om naar een boomstam te lopen, om over mekaar te struikelen, om een voorbijdrijvende ballon te grijpen. Drummen voor een go-cart, vallen samen met de duwer in het gras. 
Daarna wachten nog de luchten, het magische uur duurt uren. Insecten zitten mee aan de dis. En niemand vindt dat erg. De glimwormen geven lichtjes.



donderdag 3 april 2014

In volle zee


De dag in de stad is rustig en voornamelijk stil, met langzame, infrequente golven van geluid, van auto’s, groepjes mensen, geroep, die voorbij trekken. Een warme lentedag, bewolkt. Ik heb nog maar zeer weinig gepraat vandaag en dat kalmeert me. Er zijn niet heel veel mensen buiten. Kleine groepjes allochtone binnenlanders en jongeren hangen rond in het park en de bibliotheek. Ze praten of maken muziek. Daarnaast veel eenlingen die net als ik rustig hun plaats in de dag innemen, een boek lezen in het gras, een gedempt telefoongesprek voeren, een appel eten op een bank.
De binnenplaats van de bibliotheek is onondekt terrein. Er zijn weinig mensen, het is kaal, er staan enkele stoelen en tafels en banken. Ik zit rustig te schrijven.
Het is in deze periode dat ik J.M.G., of Jean-Marie Gustave, Le Clézio heb ontdekt, de Nobelprijswinnaar van 2008. Ik ben er blij om. In de afgelopen dagen van veel stilliggen binnen heb ik door de roman ‘In volle zee’ een verre exotische reis gemaakt. Aan boord van zeilschip Azzar, met Nassima en Juan Moguer en zwijgzame oom Andriamena, die steeds dezelfde scherp gekruide saffraanrijst met gedroogde garnalen kookt. Palma, Guadeloupe, Villefranche. De zee aan de toppen van mijn vingers, zout op mijn lippen gedroogd, ogen spleetjes van zon. Ik heb net nog twee boeken van Le Clézio geleend. ‘De Afrikaan’ is autobiografisch en gaat over zijn vader en intrigeert me zeer, de Franse Mauritaniër uit een oud Bretons geslacht die zijn vader gaat zoeken die zich ergens in Nigeria heeft gevestigd. Het andere boek heet ‘Lente en andere seizoenen' omdat we er middenin zitten en het is zo mooi. 
Ik doe veel vandaag, en toch alles rustig, in volgorde. Ik heb dit stukje bijvoorbeeld net geschreven in een schriftje, wat ongeveer 12 minuten in beslag heeft genomen, op de bank op de binnenplaats van de bibliotheek en nu ga ik naar huis fietsen.
Er zijn zo van die dagen waarop iedereen je leuk vindt. Je hebt de juiste kleren aan, of je haar zit goed, het ritme van je ademhaling, je geur, de afstand die je houdt of niet houdt, het tijdstip, de samenloop, de frequentie van je glimlachen, je manier van staan en gaan zitten, je fietszadel, leesvoer, koopwaar of …weet ik veel, maar het doet iets. En vandaag is zo’n dag. Iedereen is heel vriendelijk met mij en begroet me heel blij en maakt los en spontaan plaats voor mij. Alsof ik een goede vriendin ben die ze al lang niet hebben gezien en die ze gemist hebben en die er eindelijk nog eens kan bijzijn. Blije mensen. Glimlachen. Wat de lente allemaal niet vermag. Leuk. Leuk-leuk. 



dinsdag 11 februari 2014

De koning is dood. Leve de koning.


Ik hoorde in het café een vrouw het einde van een zin zeggen tegen een man, "...nog meer koning dan de koning zelf", en ze moest er zelf heel erg om lachen, met spleetoogjes en een open mond met tanden rondom en haar hoofd in de nek. Ze was grappig en blij. De man tegenover haar was onbeweeglijk. Zijn haar leek te grijzen, dat was zijn activiteit.
Misschien bedoelde ze hem, haar koningsman. De wijze grijze koning.

Is een koning cool?
Veel mensen hebben meningen daarover. 'De koning is te rijk!' 'De koning is te dom!' 'De koning is te stil!' 'De koning heeft grijs haar!' 'Weg met de koning!'
Zo ook ik. Ik zeg: 'Leve de koning! De koning mag blijven! De koning is cool.'

Wat is het oudste beroep van de wereld: koning.
Wat willen jongens worden later: koning. Meisjes: koningin.
Wie is er het mooiste van de wereld: de koning en de koningin.
En wij willen dat wegdoen?
Wij zijn zot zeker?

Een koning is duur.  Een koning is kitsch.


Het extra klontje boter in de pan. Veel te vet. Wel heel lekker.