zaterdag 8 augustus 2015

Soul


De zon is hier zo geel dat ze soul geeft aan de witten

Zingt klaterend gouden benen groene bergen op

Donkere boshuizen vol geheimen van mos en steen, de plekken waar licht te vinden is dat brult in de zinderende stilte van vier uur

Haarkleur aan het gras van de eeuwige blonde, het liggende volle veld, de wimpers van de koperen kalveren, de uiers van de volle koe, het kijken van de stier, blond op blond op blond met wapperende uitdeinende uiteinden 

Duizenden donkergele kinderen die op hetzelfde moment in dezelfde ogen kijken, geen afgod maar God, in Frankrijk, waar anders

Blinkt in duizend druppels zilver water dat van een mannenrug afloopt, het mooiste dat er in een ochtend bestaan kan, in eindeloos repeat, het water in het water uit, de zon die in duizend schitterende druppels van een mannenrug afloopt

Wat zijn wij anders dan het afbrokkelende land rond de rivier, de groene ader die eeuwig wegstroomt, nooit blijft

Weet je nog, Vanessa Atalanta, van hoe diep we kwamen? 

De vlakke meerval is zwaar en een blauwe schat voor eenzame vissers, log als de boom die meedrijft op de regen die eet met gemak honden, ijsvogels, kleine kinderen.

Laat ons in stilte bidden voor de overlevers van overstromingen.

Zo erg kwaken de kikkers als het schemert dat de mensen mekaar niet meer verstaan,

Maar de kinderen zijn nooit boos, of ontevreden. Ze willen alleen maar winnen. Ze winnen veel en verliezen veel. Ze willen alleen maar winnen en de bal opgooien. 

Kleine blonde godjes in de Franse zon.